Hoe creëer je een goede sollicitatiepitch? Wat moet je wel en niet zeggen? En hoe bereid je jezelf voor?
In dit artikel geeft De Pitchcoach Esmeralda Kleinreesink je 7 tips die zij uitlegt aan de hand van een pitch van één van haar cliënten: Olivier.
1. Wees duidelijk in wat je wil
"Olivier kwam bij mij met een concept-pitch waarin hij alleen over communicatieadvieswerk sprak. Maar al pratend werd duidelijk dat hij een internationale omgeving ook geweldig vindt en best ook zou willen en kunnen lobbyen. Dus dat zegt hij nu direct aan het begin van de sollicitatiepitch. Hoe duidelijker je bent, hoe groter de kans dat je krijgt wat je wil."
2. Wees 100% eerlijk, maar niet te bescheiden
"Als je bent afgestudeerd aan de Universiteit Leiden in Zuid-Amerika studies, dan ben je dus een 'Zuid-Amerika expert'. Dat vond Olivier best een groot woord, maar het is natuurlijk wel de waarheid. We hebben dat ook bewezen door te kiezen voor een verhaal dat zich in Zuid-Amerika afspeelt."
3. Concentreer je op 3 eigenschappen die je hebt
"Olivier probeerde, net als veel van mijn cliënten, in zijn concept-pitch de kijker te overtuigen met zoveel abstracte eigenschappen als hij kon bedenken. Van stressbestendig tot kritisch, van verbindend tot creatief. Uiteindelijk hebben we er drie gekozen: oplossingsgericht, creatief en netwerker. Meer blijven er toch niet hangen bij je publiek en drie geeft het gevoel dat je volledig bent."
4. Bewijs die 3 eigenschappen met een waargebeurd verhaal dat je publiek aan je lippen laat hangen
"We vertellen het spannende verhaal van zijn zoektocht naar het adres van de auteur van het boek waar hij zijn masterscriptie over schreef. Daarin bewijzen we dat hij oplossingsgericht en creatief is én goed kan netwerken. Hij weet aan het adres te komen door contacten te leggen in de hoogste kringen van Colombia: via een Colombiaanse student in Leiden, de burgemeester van de hoofdstad Bogota en de hoofdredacteur van de Colombiaanse NRC."
5. Vertel het verhaal zo dat je publiek onbewust ook nog andere eigenschappen meekrijgt
"Bij Olivier wilden we tussen neus en lippen door ook duidelijk maken dat hij uitstekend Spaans spreekt. Dus geeft hij de naam van het boek in het Spaans, spreekt hij Bogota uit op z’n Spaans en noemt de naam van de krant El Espectador, in plaats van het alleen te hebben over ‘de NRC van Colombia’. Maar ook wordt duidelijk dat hij goede communicatieve vaardigheden heeft en doorzettingsvermogen, anders was hij niet aan dat adres gekomen."
6. Oefen, oefen, oefen.
"We hadden zijn sollicitatiepitch binnen 1,5 uur geschreven. Het in één shot opnemen van de videopitch duurde 2 uur. In die tijd heeft Olivier het verhaal steeds verder verfijnd en voor de rest van zijn leven in zijn hoofd gekregen."
7. Noem je naam aan het begin en aan het eind
"Je begint met je naam, om de context te schetsen. Het zou raar zijn als je die niet aan het begin noemt. Maar dan is er nog geen echte interesse bij het publiek. Die is er pas nadat ze het hele verhaal hebben gehoord en denken: 'Drommels, dat is precies de vent die wij hier nodig hebben.' Op dat moment zijn ze pas echt geïnteresseerd in je naam, hebben ze hun pen in de aanslag en moet je ‘m dus nog een keer noemen."
Wil jij nou ook een sollicitatiepitch waarmee je de sollicitatiecommissie gelijk overtuigt? Plan dan een gratis kennismakingsgesprek in mijn agenda, of stuur me een mailtje: info@depitchcoach.nl. Ook kan je hier klikken als je vaker pitchtips wilt!
De studiedruk is hoger dan ooit. Hoe ga je daar als student mee om? Welke hulpmiddelen kun je gebruiken? En waar vind je steun als het even niet lukt? Toen Raimke Groothuizen zelf tijdens haar studietijd met deze problemen worstelde, dacht ze er nooit aan om hulp te zoeken. Dit inspireerde haar uiteindelijk om Sprookjesboek voor studenten te schrijven.
Dit boek is geen gewone handleiding, maar een verzameling sprookjesachtige verhalen waarin je leert dat het normaal is om te worstelen met studie en prestatiedruk. Met luchtige en herkenbare verhalen geeft Raimke tips aan zowel studenten als ouders om open te praten en de juiste hulp te vinden als het moeilijk wordt. Een frisse en inspirerende boodschap die een hart onder de riem biedt voor iedereen die vastloopt tijdens de studie.
Raimke Groothuizen, docent communicatie aan Avans Hogeschool, ziet veel studenten worstelen met de studiedruk. Zelf had ze hier ook last van. Haar jeugd vlakbij de Efteling bracht haar op het idee voor Sprookjesboek voor studenten. Zo konden docenten en instellingen buiten schot blijven, en werden de "slechteriken" vertaald naar kabouters en heksen.
Klik hier voor meer boekentips!
44% zegt dat ouders stelden dat ‘een hoger opleidingsniveau tot een betere toekomst zou leiden’. 1 op de 3 (33%) heeft druk ervaren om voor een bepaalde opleiding te kiezen en ruim een kwart (27%) voelde deze druk bij de loopbaankeuze. In sectoren gezondheidszorg (30%), onderwijs (13%) en ICT, media en telecom (10%) treden mensen het meest in de voetsporen van ouders.
In hoeverre treedt werkend Nederland in de voetsporen van zijn of haar ouders? En wordt er druk ervaren vanuit ouders of anderen om voor een bepaalde opleiding of baan te gaan? Uit onderzoek van talentbedrijf Randstad blijkt dat bijna de helft (44%) aangeeft dat hun ouders stelden dat een hoger opleidingsniveau tot een betere toekomst zou leiden. 1 op de 3 (33%) heeft druk ervaren om voor een bepaalde opleiding te kiezen en ruim een kwart (27%) voelde deze druk bij de loopbaankeuze.
Opvallend is dat vooral mannen druk voelen vanuit de omgeving (30% van de mannen versus 23% van de vrouwen) en dat een groter aandeel jongeren (37%) ten opzichte van ouderen (23%) dit ervaren. Verder geven laagopgeleiden (31%) vaker aan een push te voelen om voor een bepaald beroep te gaan dan hoogopgeleiden (27%). Vooral ouders zijn hiervoor verantwoordelijk, aldus 35% van de respondenten, gevolgd door andere familieleden (29%) en vrienden (26%).
Werner Klaassen, algemeen directeur Randstad Nederland:
“Dit onderzoek toont aan hoeveel invloed ouders en anderen hebben op de opleidings- en baankeuze van werkend Nederland. Kijkend naar de huidige arbeidsmarkt is het niet zo dat hoe hoger opgeleid je bent, hoe beter je werkperspectief is. Ieder mens heeft talenten en ieder mens is een talent. Ga het gesprek aan over wat echt past bij de talenten van mensen in combinatie met waar de duurzame kansen op de arbeidsmarkt liggen.”
Werk waar je als kind van droomde
Gaan mensen uiteindelijk het beroep uitoefenen waar zij als kind van droomden?
31% van de respondenten is gaan doen waar als kind over werd gefantaseerd. De top drie meest genoemde redenen om niet te gaan voor het beroep waar je als kind aan dacht, zijn: twijfel of het zou lukken om er in terecht te komen (34%), onzekerheid of een beroep goed zou passen (31%) en twijfel om hier succesvol in te zijn (31%).
Groot deel treedt in voetsporen van familie
Iets minder dan de helft (41%) geeft aan dat meerdere familieleden in dezelfde branche werken. De gezondheidszorg (30%), het onderwijs (13%) en ICT, media en telecom (10%) zijn de vakgebieden die het meeste worden doorgegeven van ouder op kind. Uit het onderzoek komt tevens naar voren dat ‘het overbrengen van de passie voor het vak of werk’ vooral voorkomt in de branches gezondheidszorg en welzijn en het onderwijs.
Oscar van Mourik, gedragswetenschapper Randstad Nederland:
“Opvallend is dat we in dit onderzoek zien dat ook zonder gevoelde druk een aanzienlijk deel van de Nederlanders qua baankeuze hetzelfde pad bewandelt als de ouders. Blijkbaar worden talenten, vaardigheden en passie voor bepaalde vakgebieden tussen familieleden doorgegeven.”
Onderzoek onder werkend Nederland
Randstad liet dit onderzoek uitvoeren onder werkend Nederland in samenwerking met onderzoeksplatform Toluna. Resultaten van dit onderzoek zijn representatief voor de beroepsbevolking in de sectoren: horeca, bouw, transport, onderwijs, zorg, techniek en retail, vertegenwoordigd vanuit alle opleidingsniveaus, leeftijden en regio’s in Nederland.
Bron: Randstad
Dromen van hypotheken afsluiten. Dat doet niet iedereen. Mandy van Schie wel. Als kind speelde zij kantoortje, haar examenwerkstuk ging over hypotheken en na het mbo en hbo vond zij werk in het bankwezen. Haar eigenheid zet zij nu in binnen haar eigen onderneming. Zij heeft altijd in haar eigen talenten geloofd en volgt haar hart. Dit raadt zij ook jongeren aan. Lees het interview met Mandy en kom erachter waarom zij doet wat zij doet.
“Mijn eerste herinnering is dat ik adviseur hypotheken wilde worden”, trapt Mandy van Schie het interview af. “Ik speelde vroeger geen winkeltje maar kantoortje en iedereen deed vrolijk mee.”
Vanuit de basisschool kreeg Mandy vmbo advies. Ze wilde echter persé met vriendinnen mee naar mavo. Gelukkig zagen de leerkrachten potentie in haar en kwam ze op de mavo terecht. “Ik was niet van de standaard toetsen, kon moeilijk woordjes stampen en tafels uit mijn hoofd leren. Wel heb ik altijd economisch inzicht gehad en leg ik gemakkelijk verbanden. Ik had dus andere kwaliteiten dan mijn klasgenootjes.” Mandy wist dat ze met die kwaliteiten ook verder zou komen.
Welke opleiding ben je na de mavo gaan doen?
“Aan het eind van de middelbare school voerden we gesprekken over ‘wat wil je worden?’. Klasgenoten zagen voor mij kansen in de zorg, omdat ik behulpzaam ben. Ik niet, ik wilde de economische kant van helpen op. Mensen de economie leren te begrijpen en helpen bij de aankoop van een huis. Mijn economielerares heeft mij goed gesupport, ik was voor haar een verademing want niet iedereen vindt economie leuk. Mijn examenwerkstuk ging zelfs over hypotheken.”
Mandy ging op zoek naar een opleiding in hypotheken. “Die vond ik toen niet. Ik ben naar open dagen geweest en heb mij, samen met mijn ouders, in mogelijkheden verdiept. De opleiding die er het dichtstbij kwam was mbo boekhouding. “Die opleiding heb ik in 3,5 jaar tijd afgerond, ik behaalde mijn mbo 4 diploma. En natuurlijk liep ik stage bij een hypotheekadviseur.” Vervolgens stroomde Mandy door naar hbo Financial Services Management, oftewel bank- en verzekeringswezen. “Bij de Rabobank schreef ik mijn afstudeerscriptie en ben ik ‘blijven hangen’. Nog even dacht ik na over een masteropleiding, maar met hbo mocht ik mensen adviseren, dus het was goed zo.” Enthousiast vertelt Mandy over haar carrière binnen de Rabobank. Ze switchte veel van functie, werd ingezet om de verbinding tussen teams te verbeteren, bij reorganisaties, grote transities, functies waarbij vertrouwen een grote rol speelde. “Begin 2020 groeide mijn gevoel om zelf verder te gaan. Tussen maart en november ben ik nagegaan wat mijn kwaliteiten zijn en heb ik mijn keuze gemaakt. Op 9 november 2020 schreef ik mij in bij de Kamer voor Koophandel als zelfstandig ondernemer in verandertrajecten. Ik vind het belangrijk mens en resultaat bij elkaar te brengen. Het helpen van mensen en financieel resultaat behalen zat er altijd al bij mij in. Met empathie en vertrouwen kun je mensen goed op weg helpen. Eigenlijk komen de hardheid van cijfers en de zachte menselijke kant zo bij elkaar.”
Hoe kijk je naar de toekomst?
Om mij heen werd al vaker gevraagd ‘wanneer ga je voor jezelf beginnen?’ Ik dacht er wel over na, maar wist niet precies hoe hieraan invulling te geven. Tot het afgelopen jaar. Mijn zelfstandigheid is echt mijn eigen ding, ik ben altijd eigenwijs geweest, koos voor mijn eigen richting. Gelukkig kon ik mijn eigenheid ook binnen de bank behouden, want ik vind het superbelangrijk dingen te doen waar ik zelf achter sta.” Nu ga ik voor mijn hogere doel. Van oudsher is het zakenleven een ‘mannenwereld’. Ik wil graag er meer zachtheid in brengen. Meer kracht vanuit eigenheid brengen. En daarmee mijn bedrijf laten groeien.”
Wat is jouw boodschap aan jongeren die een (studie)keuze gaan maken?
“Vertrouw op je eigen gevoel, dat klopt. Maak keuze op basis van je gevoel, niet vanuit je hoofd. Want datgene waar jij blij van wordt, daarmee kan je impact maken. Door dichtbij jezelf te blijven kun je grootse stappen zetten. Als je iemand anders probeert te zijn, lukt dat niet.”
Volgens Mandy is het schoolsysteem te weinig ingericht op kwaliteiten. Het zou beter zijn als ieder meer vanuit eigen talenten kan leren en keuzes kan maken die echt bij jou als persoon passen. Als goed voorbeeld noemt ze het werken in projectgroepjes. “Ieder levert zijn of haar bijdrage, je neemt die rol aan die goed past, je ondersteunt elkaar en samen presteer je beter.”
“Het gros van de jongeren is niet bezig met 80 uren werken of rijk zijn. Zij willen meer dan ooit van betekenis zijn voor de maatschappij en kiezen voor een opleiding en werk dat daaraan bijdraagt. Ik ga hierin mee. Je kunt hard werken, maar als je mensen inzet voor wat ze leuk vinden en waarin ze goed zijn, dan is dat veel waardevoller. Jarenlang heb ik keihard gewerkt en ook veel bereikt. Nu maak ik andere keuzes. Werk is belangrijk, maar het leven in totaliteit moet je blij maken.”
Foto: Alyssa van Heyst